Jij is aan het eind van mijn vinger
Waar ik ophoud, daar begin jij
Jij hoort bij ik, ik hoor bij wij
Er past geen tussendringer

Aanwezig al ben je afwezig
Twee al ben ik alleen
Met drukte om ons heen
In rust en al ben ik bezig

Twee rivieren van verre gereisd
In de zee elkaar gevonden
Met butsen, deuken, schaven en wonden
Een samen dat is opgeëist

Ieder voor zich maar steeds vanuit wij
Met ons tweeën samen naar oud
Totdat wordt gerouwd
Geloof ik in jou en in mij